Informatie over onze vogelvriendelijke planten

Vogelvriendelijke tuin met planten

Planten zijn een belangrijk onderdeel van uw vogelvriendelijke tuin. En of u nou een balkon heeft, een kleine (stads)tuin of een erf: u kunt de vogels helpen. En helpt u de vogels? Dan helpt u automatisch andere dieren zoals insecten (vlinders, solitaire bijen en lieveheersbeestjes) en zoogdieren (egels, eekhoorns en vleermuizen).

De basisprincipes van een vogelvriendelijke tuin zijn eenvoudig. Vogels zoeken:

  • Voedsel en water om te drinken en in te badderen.
  • Plaatsen waar ze kunnen schuilen.
  • Een plek om te broeden.

Een handig ezelsbruggetje is de drie V's: Voedsel, Veiligheid en Voortplanting.

                                                 Voedsel in een vogelvriendelijke tuin   Veiligheid in een vogelvriendelijke tuin   Voortplanting in een vogelvriendelijke tuin

Elke vogel en elk insect heeft wel zo zijn eigen voorkeuren. Daarom is variatie bij de inrichting van een vogelvriendelijke tuin zo belangrijk. Variatie is een vierde toevoeging aan de drie V's. Een ideale vogeltuin heeft hoge en lage planten die afwisselend in het voor- en najaar bloeien. Dit garandeert volop insecten en er zijn steeds uitgebloeide planten die zaden en bessen leveren als voedsel voor vogels. Dichte struiken vormen een veilige vlucht- en schuilplaats voor vogels als er gevaar dreigt. Hoe meer afwisseling u aanplant, hoe aantrekkelijker uw tuin is voor verschillende vogelsoorten.

Direct van eigen veld

De planten die u in onze webshop koopt, worden direct vanaf ons eigen veld naar u toe gestuurd. Zo blijft de kwaliteit van de plant gewaarborgd. Onze plantendeskundigen verzorgen uw planten goed en maken uw pakket met zorg klaar voor verzending. De verpakking stemmen we af op de plantsoort. En natuurlijk geven we de planten voor vertrek nog een beetje water, zodat ze de reis met de pakketdienst goed doorkomen.

Duurzaamheid keurmerk 'On the Way to PlanetProof' 

Duurzaamheid keurmerk 'On the Way to PlanetProof' Wij hebben net als u de natuur en het klimaat hoog in het vaandel staan. Daarom doen we er alles aan zo milieuvriendelijk te zijn. Het onafhankelijke keurmerk On the Way to PlanetProof bewijst dat u een product koopt dat duurzamer is geproduceerd en daardoor een betere keuze is voor natuur, klimaat én dier. Want dat iets groen is, wil niet zeggen dat het ook zo goed mogelijk voor het milieu is. Daarom hebben veel van onze planten het keurmerk 'On the Way to PlanetProof'. Het gaat bij planten niet alleen om een natuurlijke teelt en duurzame productie door gebruik van meer natuurlijke meststoffen en minder gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen, maar ook om gerecyclede en recyclebare verpakkingen.
Zo zijn we samen On the way to PlanetProof!

Bekijk hier al onze On the way to PlanetProof planten

Ons assortiment bestaat uit de volgende categorieën:

Onderwerpen op deze pagina:

terug naar boven


Direct aan de slag met uw aankoop

Geweldig, ik heb mijn nieuwe plant ontvangen! Maar wat moet ik nu als eerste doen?

Controleer de inhoud

Pak de doos uit, ook al gaat u niet meteen planten. In de doos zit uw bestelling en de factuur. Controleer of de inhoud overeenkomt met de factuur. Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact met ons op. Wij lossen het snel voor u op.

Het liefst vandaag de tuin in

Het beste is om vandaag nog uw nieuwe planten in de tuin te zetten. Lukt dat niet? Geen zorgen, maar zorg goed voor de levende artikelen en plant ze wel zo snel mogelijk. Hieronder vindt u tips om uw planten goed te houden tot u ze plant.

Planten in de grond zetten    Planten in de grond zetten

8 handige bewaartips

  1. Maak de zakjes met planten open en zet ze op een droge, vorstvrije plaats.
  2. Bewaar potplanten in een koele, lichte ruimte. Zet ze niet in de volle zon en geef de planten wat water.
  3. Sommige (fruit)struiken, bomen en coniferen zónder strokluit zijn verpakt in een kunststof zak. Houd de kunststof zak rondom deze houtachtige gewassen gesloten. Zet het geheel weg op een koele, lichte plaats maar vermijd te veel zonlicht. 
  4. Bewaar houtachtige gewassen mét strokluit (struiken en coniferen) eveneens op een koele, lichte plek voordat ze geplant worden. Let op dat ze niet uitdrogen. Geef ze water of dompel ze in een emmer water.
  5. Zet de wortels van rozen en sierstruiken zonder kluit in een strokluit van gemalen roggestro om uitdrogen te voorkomen.
  6. Voor alle planten, struiken en rozen geldt: plant nooit wanneer het vriest! Bewaar ze ook altijd op een vorstvrije plaats.
  7. Bewaart u uw aankoop langer dan enkele dagen in de buitenlucht? Zorg dan voor extra bescherming voor houtachtige gewassen. Dit kunt u het beste doen door ze op te kuilen: graaf een greppel en leg er schuin planken in. Gebruik de opgegraven grond als steun. Giet water over de wortels en maak de greppel dicht. 
  8. Bewaart u uw aankoop in de schuur of garage? Plaats dan groenblijvende struiken en coniferen op een plek in de schaduw. Laat de wortels ingepakt totdat u daadwerkelijk gaat planten. Planten zónder kluit of blad kunt u op de grond leggen. Dek ze af met vochtige doeken of zakken.

terug naar boven


In welke staat ontvang ik mijn plant?

De wortels doen hun werk

De meeste planten die u ontvangt zijn in rust. Dit betekent dat ze niet in bloei staan en er dus niet op hun voordeligst uitzien. De belangrijkste reden om planten tijdens de rustperiode te versturen is dat ze zo meer kunnen verdragen dan in de groei- en bloeifase. Planten in rust 'slapen' lekker door de verzending en het transport heen. Als het nodig is verlengen we de rustperiode zelfs door de planten langer bij een lagere temperatuur te bewaren. Boven de grond is het dus niet de mooiste aanblik, maar onder de grond doen de wortels wel degelijk hun werk om de komende seizoenen een bloeiende en groeiende plant te worden.

 

Het beoordelen van goede kwaliteit

De kwaliteit van de plant hangt af van de wortels. Om de kwaliteit te beoordelen doet u het volgende:

  • Neem de kweekpot in de hand en keer hem om. Tik enkele malen op de bodem om de kluit los te maken.
  • Trek voorzichtig aan de pot zodat de kluit er uitgaat. Als u direct gaat planten hoeft u de wortelkluit niet meer terug te doen in de pot.
  • Controleer of de wortels duidelijk herkenbaar aanwezig zijn door de gehele kluit en of ze de kluit goed bij elkaar houden.
  • De plant is sterker naarmate hij meer wortels heeft. Een plant met een goed doorgewortelde potkluit is dus van goede kwaliteit.
  • Let op: het kan per plant verschillen hoe dik de wortels zijn. De ene plant heeft dikke wortels terwijl de andere dunne stengeltjes heeft.

Planttips:

  • Wanneer u de plant niet goed uit de pot krijgt, knip de pot dan kapot.
  • Maak een ruim plantgat. Het plantgat moet groter zijn dan de wortelkluit.
  • Om de hergroei te bevorderen is het van belang dat de wortels goed los zitten. Knijp daarom een paar keer flink in de wortelkluit voordat u hem gaat poten.
  • Zorg er bij het planten voor dat de bovenkant van de wortelkluit gelijk is met het niveau van de grond. Houd daarbij rekening met losse grond rond de plant die nog iets inzakt.
  • Druk de grond rondom de plant stevig aan nadat u geplant heeft.
  • Geef de plant meteen water en blijf dat de eerste tijd herhaaldelijk doen.

terug naar boven


Garantie

Wij leveren alleen 100% kwaliteitsplanten van eigen veld en wij bieden u 100% groeigarantie op al uw aankopen. Daarnaast hebben al onze planten 2 maanden groeigarantie. Aangezien u planten in rust toegestuurd krijgt, duurt het een aantal weken voordat ze "wakker" worden. Lees meer over onze garantieregeling op de Garantie & Retouren pagina.

terug naar boven


Vaste planten

Vaste planten in een vogelvriendelijke tuin

Roodborsten, merels, zanglijsters, heggenmussen: ze scharrelen graag in uw tuin tussen de struiken op zoek naar eten. Vaste planten en lage beplanting vergroten de mogelijkheden om ongemerkt insectjes weg te pikken. Later in het seizoen zijn de zaden ook aantrekkelijk.

Een pot zorgt voor een sterke wortelkluit

Hoe beter de wortels van een plant ontwikkeld zijn, des te sneller zal de plant groeien. Een sterke en stevige wortelkluit creëer je door jonge planten in potten op te kweken. Wanneer u uw aankoop ontvangt, plant dan zo snel mogelijk. Lukt dat niet? Laat dan de pot nog even om de plant heen zitten. Verwijder de pot pas nét voordat u hem plant. Geef hem regelmatig water om hem fris en gezond te houden.

Wanneer geen pot?

Niet alle planten hoeven in een pot gekweekt te worden. Planten met een wortelstok of dikke, vlezige wortels kunnen direct de grond in. Spreid in het plantgat de wortels breed uit, pas wel goed op dat ze niet breken.

Wanneer de grond in?

De planttijd voor een vaste plant is het voorjaar en de herfst. De warme zomermaanden zijn niet geschikt en planten in de winterse vrieskou is absoluut ‘verboden’. Het kweken van planten in potten zorgt ervoor dat de planttijd veel langer is geworden. Voor het beste resultaat blijft het advies om vroeg in de lente of laat in de herfst te planten.

De juiste plantafstand

Wat is de juiste plantafstand? Het is moeilijk hier één stelregel voor te geven. Hoe snel een plant groeit, hangt namelijk af van het soort grond waarin hij geplant is. Tevens hangt het af van de standplaats en de ruimte die een plant heeft. Globaal zijn er per m2 11 planten nodig. De onderlinge afstand bij lage plantjes ligt tussen de 20 en 25 cm. Middelhoge plantjes worden op een onderlinge afstand van 35 tot 40 cm geplant. Voor grote planten kan een afstand van 50 tot 75 cm gerekend worden.

Plaatsen van de planten

Begin altijd met planten achterin de border en werk van daaruit naar voren zodat u niet de zojuist geplante gewassen vertrapt. Haal de plant, net voordat hij de grond ingaat, voorzichtig uit de pot. Wanneer dit moeilijk gaat, kunt u de pot openknippen met een schaar. Til de plant met kluit uit de kweekpot. Om de hergroei te bevorderen, is het van belang dat de wortels goed los zitten. Knijp daarom een paar keer stevig in de wortelkluit. Nu kunt u de plant in het door u gemaakte plantgat in de grond plaatsen. Druk na het planten de grond rondom de plant stevig aan. Geef, als alle planten geplaatst zijn, voldoende water met de gieter of met een tuinslag met zachte straal. Een harde straal slaat de grond dicht. Zorg ervoor dat de planten de eerste tijd dagelijks water krijgen.

Genieten van bloemenpracht

Bij de meeste vaste planten sterven blad en stengels af in de herfst, maar in de lente komen ze weer tot bloei. Dit geldt voor zowel borderplanten als voor zomerbloeiers. Naarmate vaste planten ouder worden, bloeien ze elk jaar met meer bloemen. Om zolang mogelijk van de bloemenpracht te kunnen genieten, is het van belang om de uitgebloeide bloemen steeds te verwijderen.

Verzorging van uw plant

Met name hoge planten hebben wat extra aandacht nodig. De rest van de planten hebben aan geringe verzorging al genoeg. Steek bij hoge planten, ter ondersteuning, wat takken tussen de planten in. Deel de planten als ze te groot worden. Dit doet u door de plant voorzichtig uit de grond te halen en met een scherpe spade of mes de kluit in stukken te verdelen. Plant, nadat u de dode wortels en rotte plantendelen heeft verwijderd, de gedeelde kluitstukken los van elkaar in de grond. U zult zien dat de jonge planten snel weer gaan groeien. Het is aan te bevelen om, zeker in het begin, regelmatig te wieden. Niet alleen de jonge planten groeien namelijk snel, ook het onkruid zal tussen de planten groeien. Na enige tijd krijgt het onkruid bijna geen kans meer om zich te ontwikkelen omdat de planten naar elkaar toe gaan groeien. Het onkruid komt er dan gewoonweg niet meer tussen.

Enkele tips voor vaste planten:

  • Planten in het najaar: de voordelen
    Planten in het najaar heeft een aantal voordelen: de planten groeien nog voor de winter vast en van planten die vroeg bloeien kun je in het voorjaar al genieten. Bovendien zijn ze in de daaropvolgende zomer beter bestand tegen periodes van droogte. Het is van belang om de wortelkluit goed vochtig te maken voor het planten.
  • Verbetering grondstructuur
    Elke grondsoort vereist een eigen benadering om de grondstructuur te verbeteren. Zandgrond is los en houdt het water niet goed vast. Door compost door de bovenste grondlaag te mengen komt er meer samenhang in de grond en kan het water beter vastgehouden worden. Kleigrond is juist erg vast. De compost maakt deze grond losser en luchtiger van structuur. Wortels moeten kunnen ademhalen, luchtigheid is dus van groot belang. Om er verzekerd van te zijn dat de wortels voldoende voeding op kunnen nemen, kunt u extra koemest door de compost mengen.
  • Harken in het voorjaar
    Laat in het najaar voldoende blad liggen. De bladeren bieden bescherming aan de planten en verteren ter plekke. De beste tijd om de bladeren weg te harken en oude stengels af te snijden is het voorjaar. In het najaar kunt u de bladeren naar de composthoop brengen om ze als compost in het voorjaar weer tussen de planten te verspreiden, maar dat is dus dubbel werk.
  • Kijk als eerste naar de grond
    Het eerste waar u naar dient te kijken wanneer u een plant gaat kopen, is de gesteldheid van de grond in uw tuin. Bepaal uw plantkeuze aan de hand van de in uw tuin aanwezige grond. Alle planten komen het meest optimaal tot groei en bloei als de grond goed is van structuur. Een goede structuur zorgt ervoor dat de grond vocht kan vasthouden en voldoende lucht bevat. Indien de grond in uw tuin geen goede structuur heeft, kunt u die natuurlijk wel verbeteren.
  • Verhoog waterhoudend vermogen
    U kunt op een vrij gemakkelijke manier het waterhoudend vermogen van uw tuin verhogen. Dit doet u door de bovenste laag van een dichte zand- of kleigrond te mengen met organisch materiaal. Deze compost kan namelijk negen maal zijn eigen gewicht aan vocht opnemen. Voor veel planten zorgt dat beetje compost voor net voldoende water tijdens korte droogteperioden.

Bekijk hier al onze vaste planten

terug naar boven


Fruitplanten

Fruitplanten in een vogelvriendelijke tuin

Genieten van fruit uit eigen tuin, dat is toch heerlijk. Onze fruitplanten zijn winterhard en kunt u het beste planten in het voor- en najaar. Ze kunnen dan goed wortelen. Zet ze in uw tuin of in een pot op het terras of balkon.

Plant de boom

Haal de fruitboom pas uit de verpakking zodra u daadwerkelijk gaat planten. Doordat de wortels ingepakt zitten in een strokluit, blijven ze lang vochtig. Volg onderstaande stappen, wanneer u uw boom of struik gaat planten: plaats de boom of struik, voor het planten, een halve dag met strokluit in het water. Spit een ruim plantgat en maak de zijwanden en de bodem goed los. Verwijder de strokluit die om de wortels heenzit en plaats de boom in het plantgat. Plaats een paal naast de boom waar u hem later aan vast kunt zetten. Vul het plantgat met aarde totdat hij halfvol zit. Trek de boom even schuddend omhoog zodat de oculatie net boven de grond uitsteekt. Vul het gat verder op en stamp de grond rondom de boom goed aan. Geef de boom of struik voldoende water.

Aardbeien

Een makkelijke plant is de aardbeiplant. Ook op minder goede grond gedijen onze zomerkoninkjes goed en geven ze goede vruchten af. De beste grond om aardbeien op te kweken is echter lichte humusrijke grond. Circa drie jaar achter elkaar kunnen aardbeien van hetzelfde bed worden geteeld, daarna moeten ze worden gerooid. Aan te raden is om dan het aardbeienbed op een andere plek te kweken en nieuwe (virusvrije) planten aan te schaffen. Om al eerder van uw verse aardbeien te kunnen genieten geven wij drie mogelijke manieren om de opkomst van de aardbeiplanten te vervroegen:

  1. Gebruik tunnelkasjes of een platte bak.
  2. Gebruik zwarte plantfolie waardoor de grond eerder opwarmt.
  3. Leg in maart en april voor enkele weken gaatjesfolie over de planten.

Wilt u uw vruchten schoonhouden en voorkomen dat er onkruid gaat groeien tussen de planten, dan raden we u aan om stro of plantfolie te gebruiken. Bij deze laatste worden de planten in de gaten geplant.

Appels

Bij appels is er vrijwel altijd kruisbestuiving nodig voor bevruchting. Dit houdt in dat er minstens twee of drie appelbomen in elkaars nabijheid moeten staan. Appels hebben een voedselrijke grond nodig. In het voorjaar kunt u kunstmest (mengmest) door de grond mengen. Per m2 is 50 gram nodig. In het najaar kunt u stalmest of compost door de grond mengen. Voor appels is het van belang dat de zuurgraad in de grond niet te hoog is. Om de zuurgraad op peil te houden kunt u om het jaar 50 gram kalk per m2 over de grond uitstrooien. Bij kleigrond is dit niet nodig.

Om ervoor te zorgen dat er sneller appels aan de boom komen, is het goed om de takken uit te buigen. Dit gaat de groei van de takken tegen, maar zorgt wel voor een snellere vruchtdracht. Bij het snoeien is het van belang er op te letten dat er voldoende licht in de kroon komt. De beste periode hiervoor is van december tot maart.

Bosbessen

Terwijl appels niet van zure grond houden, gedijen bosbessen juist erg goed op zure grond met een hoog humusgehalte. Dat wil zeggen grond met organische stoffen die langzaam afbreken. Strooi dus wat extra tuinturf in het plantgat. Ook raden we u aan om een flinke laag compost over de wortels te strooien, aangezien deze zich erg oppervlakkig wortelen. Bosbessen vermeerderen zich door kruisbestuiving. Plaats dus altijd twee of drie struiken bij elkaar. Bosbessen hebben weinig voeding nodig. Ze hebben voldoende aan 20 gram mengmest per struik in het voorjaar.

Bramen

De beste manier om bramen te telen is door ze aan draden te hangen. Indien u ze teelt op zware grond, spit de aarde dan eerst goed los. Teelt u de bramen op lichte grond, voeg dan flink wat compost aan het plantgat toe. Het snoeien van de braamstruiken gaat als volgt: snoei de takken weg waar vruchten aan hebben gezeten en die nu bij de grond hangen. Snoei ook de eventuele zijtakjes weg tot één of twee knoppen en zorg dat de maximale taklengte twee meter is.

Druiven

Hoewel de druif meestal als klimplant geteeld wordt, is hij dat eigenlijk niet. Om die reden heeft deze plant dan ook wat extra ondersteuning nodig in de vorm van een rek of een stok. Verder heeft de druif veel kalk nodig. Strooi daarom bij het planten wat kalk op de grond.

Om een grote, sappige druiventros te krijgen is ‘krenten’ noodzakelijk. Dit houdt in dat de tros wordt uitgedund met de kleine vruchtjes om de rest van de tros de ruimte te geven om te groeien. December is de beste tijd om te snoeien. Dek de voet van de plant in de winter af met stalmes of compost en geef hem in maart flink wat water. Op deze manier groeit de druivenplant het beste.

Frambozen

Net als bramen kunt u frambozen het beste kweken aan draden. Deze struik groeit het beste op lichte, doorlatende grond. Elk jaar komen er nieuwe scheuten aan de struik waar het jaar erop vruchten aankomen. De eerste twee jaar hoeft de struik – op dood hout na – niet gesnoeid te worden. In het derde groeijaar echter wel. In dat jaar moet u de struik snoeien tot er vijf mooie, goed vertakte hoofdtakken overblijven. Knip de takken die laat ontspringen of geen mooie vorm of richting hebben weg tot bij de grond en snoei direct na de oogst de vruchtdragende takken eraf. Om een jonge grondscheut ruimte te geven, raden we u aan om elk jaar een oude tak weg te knippen. De beste maand om te snoeien is maart. Maar ook na de oogst is een geschikte periode om te snoeien.

Kersen

Kersen groeien het beste op voedzame, maar niet al te zware en natte grond. Ze hoeven bijna niet gesnoeid te worden. Bemesting is wel nodig. Dit hoeft echter pas als de bomen vruchten gaan dragen. Vanaf dat moment kunt u de kersenboom 50 gram mengmest per m2 en eventueel 20 gram kalk geven. Op kleigrond hoeft dit echter niet.

Kruisbessen

Kruisbessen zijn makkelijk in onderhoud. Wel is het van belang dat ze in vochthoudende grond staan. Wanneer u een droge tuin heeft, raden we u aan ze extra water te geven met gieter of sproeier.

Peren

Een perenboom heeft dezelfde voeding en verzorging nodig als een appelboom. Ook de kruisbestuiving gaat op dezelfde manier waardoor we u aanraden twee à drie perenbomen bij elkaar te plaatsen. Een perenboom, en met name de hoofdtak, groeit sterk. Als u hem niet snoeit wordt hij hoog en smal. De zijtakken blijven hierbij achter. Om een brede kroon te krijgen dient u de takken uit te buigen. Dat moet de eerste jaren na het planten gebeuren en dan bij voorkeur vóór de bloei in het voorjaar. De verticale scheuten (waterloten) kunnen in de winter worden weggesnoeid.

Pruimen

Vochtige grond, vrij van onkruid. Dat is de grond waar de pruimenboom het beste tot zijn recht komt. Het is dus van belang om gras en onkruid te bestrijden rondom de pruimenboom. De meest geschikte manier hiervoor is door diep te schoffelen. De takken van de pruim moeten, net als bij de appel- en perenboom, uitgebogen worden. Een pruimenboom hoeft nagenoeg niet gesnoeid te worden. Het enige snoeiwerk dat bij de pruimenboom verricht moet worden, is het uitdunnen door het wegknippen van de lange takken. De beste tijd om te snoeien is in de zomer, direct na de pluk.  

terug naar boven


Besdragende struiken

Besdragende struiken in een vogelvriendelijke tuin

In de winter vormen bessen, door hun hoge vitaminegehalte, een belangrijke voedselbron voor vogels. Maar ook in andere jaargetijden hebben vogels er veel plezier van. Bessenstruiken mogen in geen enkele vogelvriendelijke tuin ontbreken. 

Bessen

Bessen ontstaan na het bevruchten van bloemen. Het verplaatsen van stuifmeel van de meeldraden naar de stampers heet bestuiven. Dit gebeurt in de meeste gevallen door insecten of de wind. Als het stuifmeel van dezelfde plant komt heb je zelfbestuiving of buurbestuiving. Zulke planten zijn eenhuizig. In dat geval kun je voor het verkrijgen van bessen volstaan met 1 plant. Vaak zijn planten zo gekweekt dat zelfbestuiving wordt voorkomen. Ze zijn dan tweehuizig en hebben kruisbestuiving.

In de tuin

Besdragende struiken vragen in verhouding weinig onderhoud. De takken, bloemen, bladeren en vruchten zien er vaak prachtig uit. Ze trekken dieren aan en kunnen soms gebruikt worden als fruit. Ze bieden privacy en in de zomer bieden ze schaduw en verkoeling. In de winter zijn ze beeldbepalend in een verder kale tuin. Afgevallen blad beschermt de border, biedt schuilgelegenheid aan dieren en kan gecomposteerd worden. Veel besheesters dragen niet alleen bessen maar hebben tevens een fraaie bloei en/of mooie herfstkleuren. Ook kunnen ze bladhoudend zijn. Kies, zeker in een kleine tuin, voor soorten waarvan je vaker per jaar plezier hebt.

Vogels

Bloemen en struiken bieden schuil- en nestgelegenheid aan veel dieren. Het meest zichtbaar zijn vogels. Besdragende heesters worden daarom vaak aangeplant om vogels te lokken. Omdat bomen en struiken schuilgelegenheid tegen bijvoorbeeld katten en roofvogels bieden, zal een tuin met veel van deze planten het hele jaar vogels huisvesten. In het voorjaar bieden deze planten nestgelegenheid. Als in de nazomer en tijdens de winter voedsel schaars wordt, vormen bessen een belangrijke voedselbron. De vogel in uw tuin die het meest van bessen geniet is de merel. Daarnaast zijn besdragende struiken aantrekkelijk voor spreeuwen en houtduiven. Rozenbottels trekken groenlingen aan en meidoorns kramsvogels en koperwieken. 

terug naar boven


Haagplanten

Haagplanten in een vogelvriendelijke tuin

Hagen zijn belangrijk voor dieren om meerdere redenen. Door de dichte structuur kunnen dieren er in schuilen, voedsel zoeken of een nest bouwen. Daarnaast dienen hagen als een natuurlijke afscheiding in uw tuin. Vaak komen er ook bloemen en bessen aan, waar insecten en vogels veel plezier van hebben.

Wanneer plant ik mijn haag?

De beste tijd om een bladverliezende haag te planten is november. De planten kunnen dan al wortelen en aanslaan voordat de winter begint. Zolang het niet vriest kunt u de hele winter, tot in april, doorplanten. De beste tijd om groenblijvende hagen te planten is in oktober of april.

Hoe plant ik mijn haag?

Maak 24 uur van te voren de wortels goed nat en zet ze in een emmer water of begiet ze overdadig. Graaf een sleuf die diep en breed genoeg is om de wortels in uit te spreiden. Strooi in de sleuf een mengsel van tuinturf en/of compost. Als de haag in zware kleigrond geplant wordt, voeg dan ook zand toe. Trap de grond waarin de wortels zich bevinden voorzichtig aan, zodat de haag mooi rechtop blijft staan.

Water

Het is belangrijk dat de planten tijdens en vlak na het planten voldoende water krijgen. Dit doet u door het ‘inwateren’ van de haag: zoveel water geven dat de grond volledig verzadigd is. Alle tussenruimten worden gesloten en het water sijpelt door tot onder de wortels. De wortels komen op die manier stevig in contact met de grond. Ook het eerste jaar na het planten geeft u regelmatig water. In de jaren daarna hoeft u alleen in droge perioden water te geven. Struiken die deel uitmaken van een haag hebben doorgaans meer water nodig dan alleenstaande planten.

Tegengaan verdamping

Struiken die in de winter droogstaan, krijgen in het voorjaar bruine takken. Om dit te voorkomen kunt u het volgende doen: bedek de grond onder de haag met een laag organisch materiaal zoals bladeren, snoeisel van de haag zelf of houtsnippers. Op deze manier voorkomt u onnodige verdamping uit de grond.

Vrije haag of vormhaag

Er zijn twee manieren om een haag te snoeien: als vrije haag of als vormhaag. Wanneer u bijvoorbeeld een grote tuin heeft en ervoor kiest om de haagplanten volledig uit te laten groeien tot een vrije haag, bedenk dan dat de haag op den duur erg breed wordt. Ook bij een vrije haag moeten de struiken elk jaar enigszins gesnoeid worden. Alle te ver uitstekende takken en dode en zieke takken moeten eraf geknipt worden. Een vormhaag vraagt vanzelfsprekend meer onderhoud. Deze moet ieder groeiseizoen een aantal keren worden gesnoeid. Let er hierbij op dat u de haag van boven smaller snoeit dan van onderen. Op deze manier kan er voldoende licht doordringen en blijven de onderste takken ook mooi groen. U begint bij het snoeien aan de zijkanten en werkt vervolgens naar boven.

Snoeitip:

Span, wanneer u gaat snoeien, een touwtje om de juiste hoogte aan te geven.

Bekijk hier al onze haagplanten

terug naar boven


Rozen

Rozen in een vogelvriendelijke tuin

Rozen verzekeren u van prachtige en vaak heerlijk geurende bloemen in uw tuin. Rozen zijn langlevende planten waar u jarenlang van kunt genieten. Ze brengen uw tuin ieder jaar weer tot leven. Neem de volgende tips in acht om optimaal te genieten van planten zonder pot of wortelkluit.

Plant rozen en sierstruiken zonder kluit

Verwijder na ontvangst direct de plastic verpakking. Deze is tijdens transport prima, maar moet niet te lang om de plant blijven zitten. Zet de planten met de wortels een dag in een emmer water en plant ze daarna uit. U kunt ze ook tijdelijk ergens in de grond zetten: het gaat erom dat ze niet uitdrogen. Dit laatste kunt u het beste doen als het nog even duurt voordat ze op de definitieve plaats gezet kunnen worden. De planten zonder kluit kunt u het hele jaar door planten als het tenminste niet vriest of de temperatuur niet boven de 30 graden is.

  • Plant de planten in een ruim gat, vermeng de grond bij voorkeur met mest. Maak de grond indien nodig vochtig.
  • Op de wortelhals ziet u een kleurverschil, hieraan kunt u zien tot hoever de plant in de grond heeft gestaan tijdens de kweek. Plant hem weer op hetzelfde niveau in de grond.
  • Houd na het planten de grond vochtig, zodat de planten niet uitdrogen.

Bekijk hier al onze rozen

terug naar boven

Klantenbeoordeling 8.6/10
Steun Vogelbescherming
Gratis bezorgd vanaf € 39
10% ledenkorting
Advies in onze winkel in Zeist